Op de dag van de voorouders, een liefdesverhaal over de vader van Annemarie tijdens z’n sterfbed.
Maart 2023.
Het was op een dag in het weekend dat ik de zilte lucht kon ruiken en de zee aan me voelde trekken.
Ik dacht aan m’n vader, die ik nu bijna 1,5 jaar niet had gezien en vroeg me af of ik er klaar voor zou zijn.
Zou dit het teken zijn? Zou ik weer contact met hem opnemen?
Ik zag mezelf weer een wandelingetje maken op het strand terwijl hij langzaam en buiten adem naast me liep.
Met deze mijmeringen en trekkrachten liep ik een week rond totdat ik een gespannen telefoontje van z’n vrouw kreeg.
M’n vader lag op de IC en het was ernstig.
Plotsklaps voelde ik dat wat ik de hele week al voelde, de trekkracht van de zee, niet mijn uitnodiging was maar de zijne.
Ik voelde hoe de zee hem geruststelde en hem weer naar huis, zijn spirituele thuis, lokte.
Ik voelde ook dat ik erheen moest gaan, want de dood stond al aan z’n bed. Ik zag met m’n derde oog alle familieleden over hem waken en rondom z’n bed staan.
En toen ik bij hem was, leken alle sluiers van het aardse leven van hem afgevallen.
Ik schreef na dit bezoek een brief aan hem, die ik heb voorgelezen op zijn sterfbed en zijn crematie.
“Als alleen maar liefde overblijft”.
Lieve pap,
Jij en ik hebben onze geschiedenis.
Van diepe herkenning tot bewondering tot lijnrecht tegenover elkaar. Zeker de afgelopen jaren waren we het niet eens. Het was voor mij een spiegel van onze wisselwerking in het groot.
Beide vurig, beide angstig en beide belast met zwaarte uit de generaties voor ons.
Dit leidde tot meerdere keren ruzies en afstand waarbij we elkaar jaren niet zagen. Ook de afgelopen jaren niet.
Toen ik samen met mijn zoontje ging ontvlammen was voor mij de tijd om m’n wonden te gaan helen.
Ik wilde patronen doorbreken en meer geduld, rust en liefde in m’n opvoeding brengen. M’n innerlijk kind tot rust brengen. Ik wilde niet het gevoel hebben dat ik verdronk in al het verdriet, boosheid en angst die niet gevoeld was door al mijn voorouders. En ik wilde er niet voor wegvluchten.
Het innerlijk kind van jou moest ik parkeren. Die wond was niet van mij. Een hele pijnlijke beslissing nam ik toen.
Ik voelde me een misdadiger en had moeite met mezelf vergeven.
Dat gevoel kon ik verzachten afgelopen maanden. Maar bleef zo af en toe sudderen. In kleine dingetjes gunde ik mezelf het licht niet.
En toen lag je ineens op de IC. En voelde ik de dood heel dichtbij je. Ik voelde de zee aan je trekken en onze voorouders bij je bed over je waken.
Ik ging naar je toe en toen ik je weer zag was het alsof alle sluiers van het aardse leven van je waren afgetrokken. Je ogen waren helder en liefdevol. Je wilde vooral m’n aanwezigheid voelen, dat ik je hand vasthield.
Mijn innerlijk kind wilde horen dat ze goed genoeg was, dat ze mocht zijn wie ze was en dat je oké was met alles wat ze van plan was.
En toen alle woorden gezegd waren, bleef er alleen maar liefde over.
Liefde voor jou als grootmeester in m’n leven. Die me precies de aardse lessen heeft gegeven die ik wilde leren.
En me nu laat voelen dat ik klaar ben voor wat nog gaat komen.
Liefde voor onze imperfecties. Onze menselijkheid. En dat liefde werkelijk alles overstijgt.
Ik kon het tot in al m’n vezels voelen dat als al onze sluiers weg zijn dat dan alleen maar liefde overblijft.
Voorbij onze pijn.
We konden samen zijn en ik voelde de liefde voor het leven maar ook de liefde voor de dood die je zachtjes herinnert aan je thuis. En ik zag het in je ogen dat je wist waar ik het over had.
In liefde, Annemarie
De dagen na m’n bezoek heb ik hem elke dag opgebeld. Het voelde aan de ene kan gek, om na zo’n lange tijd, zoveel contact te hebben.
Maar ik voelde ook dat dit de tijd was. Het moment.
Veelal werden we ook gestoord in onze gesprekken. Door vermoeidheid, zusters, dokters of onderzoeken.
Maar de korte gesprekken waren van waarde. M’n innerlijke kind wilde het horen. Elke dag opnieuw.
Ondanks alles wat ik gedaan heb, wie ik ben. Ondanks alles: hou je dan van me? En mag ik zijn wie ik ben?
De kernrealiteit is anders dan we zijn gaan geloven. De kern is dat er alleen maar liefde overbleef. En al het andere van geen betekenis leek.
De kern was dat ik ditmaal, zonder twijfel, voelde dat hij als ziel me onvoorwaardelijk steunde en zal steunen op mijn reis.
En zo, in die kracht, brak het sjamanisme in mij open. En vertelde ik die weken voor het eerst aan een groep artsen over mijn proces en waar ik stond en naartoe bewoog.
Het ego leek meer en meer ruimte te maken voor waar de ziel, mijn ziel, naartoe wilde stromen. En zo dichtbij de dood van mijn eigen vader voelde ik iets in mij tot leven komen.
Een zaadje dat slapend in mij gewacht had op dit moment.
En zo geschiedde en startte ik met het Oergeneeskunst platform. En was de dood van mijn vader het startsein.